U bent hier
Aanhoudende droogte en de maatregelen voor de landbouw in Oost-Vlaanderen
Omdat maart, april en mei veel droger waren dan anders kampen heel wat landbouwers met een tekort aan water voor hun gewassen. Vooral in West- en Oost-Vlaanderen kampen de landbouwers met ernstige droogteproblemen. Provincieraadslid Annemie Charlier vroeg daarom aan de gedeputeerde van landbouw of de provincie ondersteunende maatregelen voorziet en of de provincie haar provinciale waterlopen (2de categorie) ter beschikking stelt voor het pompen van water. ‘De provincie Oost-Vlaanderen zet zich in om bij te dragen aan een sterke en duurzame land- en tuinbouwsector dus is het belangrijk dat er maatregelen genomen worden om de sector bij te staan in deze moeilijke tijden’, stipt Charlier aan.
Uit het antwoord van de gedeputeerde blijkt dat het provinciebestuur een project wil opstarten om te kijken of er in de toekomst vaste aanzuigplaatsen kunnen voorzien worden waaruit landbouwers zouden kunnen pompen. Dit zit helaas nog slechts in de ideeënfase. Landbouwers die gronden hebben die gelegen zijn aan bufferbekkens mogen hier ook water uit pompen op voorwaarde dat het visbestand niet in het gedrang komt. De meeste bufferbekkens staan echter leeg net om water te kunnen opvangen bij onweders en overstromingen van de waterlopen. In de meeste provinciale waterlopen mag er water gepompt worden. Een uitzondering is hier de Leiebekken. Daar mag er geen water gepompt worden uit de onbevaarbare waterlopen. Op die manier wil men het drinkwater voor het vee garanderen en de vissterfte tegengaan.