U bent hier
Betrokkenheid van allochtone ouders in het provinciaal onderwijs is belangrijk
Vlaamse minister van Onderwijs Hilde Crevits verklaarde vorige maand in de media dat het van groot belang is dat allochtone ouders meer betrokkenheid tonen bij het leren van het Nederlands en bij het schoolse gebeuren. Een terechte bekommernis die door veel leerkrachten gedeeld wordt. Uit academische hoek kwam er evenwel kritiek op de uitspraken van de minister. Provincieraadslid Paul Carteus informeerde op de provincieraad van 22 maart bij de gedeputeerde van Onderwijs naar de betrokkenheid van allochtone ouders in de provinciale scholen.
Volgens minister Crevits zijn allochtone ouders soms nog te weinig betrokken bij de schoolcarrière van hun kinderen. Jongeren met een migratie-achtergrond doen het vaak minder goed op school, ook jongeren van de tweede generatie. Volgens de minister is het belangrijk dat ouders actief en positief betrokken worden bij het schoolse gebeuren om zo de resultaten te verbeteren. Paul informeerde bij de gedeputeerde naar de deelname van allochtone ouders aan oudercontacten, buitenschoolse activiteiten, schoolfeesten, ouderraden, e.a.
Uit het antwoord van de gedeputeerde blijkt dat het niet eenvoudig is om hier uitspraken over te doen omdat er weinig cijfergegevens beschikbaar zijn m.b.t. de participatie van allochtone ouders in de provinciale scholen. Hij bevestigde wel dat lager opgeleiden, ouders met een laag inkomen, eenoudergezinnen en ouders die gebrekkig Nederlands spreken vaak minder participeren. ‘Het is belangrijk dat ouders meer betrokken worden bij het schoolse gebeuren en dat de taalbarrière en de andere barrières zoveel mogelijk weggewerkt worden’, vindt Carteus.
‘Als ouders geen Nederlands spreken en ook geen inspanning leveren om de taal te leren of te spreken met hun kinderen heeft dit uiteraard een negatieve impact op de schoolresultaten van hun kinderen. Zo dragen sommige ouders inderdaad een verantwoordelijkheid voor de (gemiste) kansen van hun kinderen’, vervolgt Carteus. Ondanks de vele kritiek uit academische hoek is het net in het belang van de kinderen dat ouders Nederlands spreken en betrokkenheid tonen bij het schoolse gebeuren.
Paul benadrukte het belang van taalkennis van de ouders om actief te zijn op school, deel te nemen aan activiteiten en de kinderen van jongs af aan een basiskennis Nederlands bij te brengen. Hij sloot zijn tussenkomst af met kritische noot t.a.v. de kritiek van bepaalde academici op de uitspraken van Crevits en citeerde hoogleraar sociologie Ruud Koopmans: ‘Het is een probleem binnen de sociale wetenschappen, dat een deel van de docenten en studenten daar niet zit uit wetenschappelijke nieuwsgierigheid, maar wetenschap beschouwt als politieke met andere middelen’.