Beleidstussenkomst over het gebiedsdekkend maken van de Regionale Landschappen

Er zijn in Oost-Vlaanderen drie Regionale Landschappen: Meetjesland, Vlaamse Ardennen en Schelde-Durme. Slechts 43 van de 65 Oost-Vlaamse gemeenten zijn aangesloten en zij beslaan ongeveer 55% van het provinciaal grondgebied. De provincie wil de Regionale Landschappen gebiedsdekkend maken. ‘Het is een goede zaak dat er geen nieuwe Regionale Landschappen worden opgericht, maar dat men nu eindelijk gaat proberen om de bestaande uit te breiden met de gemeenten die nog niet aangesloten zijn. Een scherper en duurzaam samenwerkingsverband met duidelijk geformuleerde gebiedsgerichte initiatieven kan de return van de aangesloten gemeenten verhogen en een motivatie zijn om toe te treden,’ argumenteerde Rik De Vis tijdens de budgetbesprekingen.

De Regionale Landschappen differentiëren het Vlaams beleid op streekniveau. De rol van een Regionaal Landschap bestaat erin om op te treden als coördinator, stimulator en kwaliteitsbewaker van natuur en landschap in onze provincie. Door overheid, bewoners en bezoekers te betrekken bij projecten wil men een draagvlak voor natuurbehoud scheppen en op die manier landschap beschermen. ‘Het huidige beleid is op dit vlak geen centimeter opgeschoven en opnieuw wordt de wortel van ‘gebiedsdekkend’ ons voorgehouden maar er moet veel meer creativiteit en innovatie aan de dag gelegd worden om de doelstellingen te bereiken,’ merkte Rik terecht op.

‘De provincie moet een scherpere en betere afstemming van initiatieven doorvoeren zoals dat bijvoorbeeld bij het Regionaal Landschap Kempen en Maasland in de provincie Limburg het geval is bij het Nationaal Park Hoge Kempen. Door het veel sterker afstemmen van o.a. stads- en regionale bossen, parkbossen, natuurparken, landschapsparken, rivierlandschappen en plattelandsregio’s kan men de sterkte van het instrument behouden en waar nodig intensiveren. Mijnheer de gedeputeerde: maak er werk van!,’ besloot provincieraadslid Rik De Vis zijn tussenkomst.