U bent hier
Keuze voor centralisatie provinciale diensten in de Leopoldskazerne blijft voor de N-VA fractie onbegrijpelijk
De N-VA fractie vindt dat het dossier van de Leopoldskazerne alsmaar vreemdere proporties aanneemt. De keuze om door te gaan met de centralisatie van de provinciale diensten in de kazerne is onbegrijpelijk. Uit de “analyse” van de deputatie blijkt dat de provincie slechts 60% van de Leopoldskazerne nodig heeft. Die 60% is dan nog zeer ruim gerekend. Een deel (500m2) wordt mogelijk nog verhuurd aan defensie.
De kazerne is eenvoudigweg veel te groot en niet geschikt voor hetgeen de provincie beoogt. Bijna de helft zal ontwikkeld worden voor en door derden. Voor de N-VA fractie is het geen kerntaak van de provincie om projectontwikkelaar te spelen. En dat is net wat de deputatie hier wel van plan is. In feite gaat de deputatie zelf nog een stap verder dan enkel projectontwikkeling in de kazerne, want ook het huidige provinciehuis zal aangekocht worden.
“We stellen ons ook vragen bij de analyse die gemaakt werd over de verschillende sites”, stelt fractievoorzitter Jeroen Lemaitre. “We hebben niet veel meer gekregen dan één A4. En dat document is op zijn beurt niet meer dan een tabel met mooi afgeronde cijfertjes, die ons wel een erg vrije en weinig realistische schatting lijken. In het verleden werd ook reeds gegoocheld met cijfers om te bewijzen dat een verhuis naar de Leopoldskazerne goedkoper zou zijn dan een verhuis naar de Zuid.”
Op de provincieraad van 12 november 2013 werd beweerd dat een verhuis naar de Leopoldskazerne 23,8 miljoen euro goedkoper zou zijn dan een verhuis naar het Zuid. Dit cijfer was voornamelijk gebaseerd op de geschatte verkoopprijs van het Zuidcomplex. De inkomsten uit de verkoop werden toen geschat op 68,6 miljoen euro. Vandaag worden de inkomsten van de verkoop van het hetzelfde Zuidcomplex (inclusief parking) geschat op 50,1 miljoen euro. Zomaar even een verschil van 18,5 miljoen. De deputatie lijkt de berekeningen te maken zoals het hen het beste uitkomt.
De deputatie houdt koppig vast aan de Leopoldskazerne en stuurt de analyse en cijfers ook steeds in die richting. De andere opties hebben nooit een echte kans gekregen. Nochtans was ook het huidige provinciehuis een reële mogelijkheid, want na de afslanking van de provincie is dit voldoende groot voor de centralisatie. Men gaat veel te gemakkelijk over dit dossier. Er zijn zeer veel losse eindjes en onduidelijkheden en het financiële plaatje blijft gebouwd op veronderstellingen en schattingen.
“We gaan een gebouw, dat niet echt geschikt is, kopen en verbouwen, waarvan we slechts de helft zelf nodig hebben. De andere helft gaan we proberen te verhuren. Ondertussen gaan we in afwachting van de verhuis ook ons huidige gebouw, dat wel groot genoeg is, kopen om huur te vermijden. Om het vervolgens samen met het grootste deel van onze gebouwen te koop zetten in de hoop dat we alles daarmee betaald krijgen. De N-VA fractie vindt dit alles geen goede zaak en vreest dat dit niet goed afloopt”, besluit fractievoorzitter Jeroen Lemaitre.