U bent hier
Hoe provinciebesturen het democratisch proces doorkruisen
Dat provinciebesturen aan macht inboeten klopt niet helemaal, zegt Filip De Rynck, hoogleraar bestuurskunde aan de Hogeschool Gent in een opiniestuk in De Standaard. Dat bewijst hij aan de hand van een Gents bouwproject waarbij het Gentse schepencollege droogweg werd uitgerangeerd door de provincie.
Volgens De Rynck verliezen stadsbesturen aan macht, toch als het gaat om grote bouwprojecten en de burgen blijft achter met nog meer vragen dan vroeger. Zo is er de casus van het Diamant-kantoorgebouw dat de nv Sofa voor ING wil optrekken in Gent, in het kader van de projectontwikkeling rond Gent Sint-Pieters. De plannen voor dat kantoorgebouw werden afgeschoten door het stadsbestuur. De nv Sofa tekende echter beroep aan en een paar maand later keurde de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen de bouwaanvraag toch goed.
Democratisch proces
De projectontwikkeling rond Gent Sint-Pieters zorgt al een aantal jaar voor controverse en heeft zo zijn weerslag op de omliggende buurten. De beslissing van het schepencollege om het project naar de prullenmand te verwijzen was een gevolg van het moeizame overleg dat in de afgelopen jaren met de Gentse stationsbuurten tot stand is gekomen.
Na een lange periode van juridisch getouwtrek leidde het overleg over de ruimtelijke verbinding tussen het project en de buurten tot bijsturingen van de aanvankelijke plannen en tot een zekere betrokkenheid met de omwondenden.
Het stadsbestuur engageerde zich en trok de andere projectpartners (NMBS, Infrabel, Eurostation en De Lijn) mee. Dat resulteerde in een synthesedocument voor de verdere ontwikkeling van het project, waarmee de buurten zich enigszins konden verzoenen.
Op basis van dat synthesedocument werd de bouwaanvraag dan ook afgekeurd. Daarmee werd recht gedaan aan het resultaat van veel studie en moeizaal overleg en participatie met de buurten. Samengevat: een democratisch proces.
Een streep door het democratisch proces
De nv Sofa zag dus haar plannen gedwarsboomd, maar legt zich daarbij niet neer. Wie iets dieper graaft, leert dat de nv Sofa een een projectvennootschap van Euro Immo Star, zelf een dochter van Eurostar die zelf een dochter is van de NMBS-holding. Euro Immo Star en zijn vennootschappen zetten rond vele Belgische stations en dus ook in Gent immobiliënprojecten op.
Deze projectontwikkelaars onderhandelen in grote vrijheid met stadsbestuurders die door burgers wel verantwoordelijk worden gehouden, maar over deze projecten niets te zeggen hebben, tenzij ze gaan lobbyen bij de partijgenoten in het NMBS-kluwen.
Sofa tekent dus beroep aan tegen de weigering van het stadsbestuur. De NMBS en haar dochters leggen als partners in het project het synthesedocument naast zich neer. De provincie volgt de redenering en het project krijgt dan toch groen licht.
Jaren getouwtrek en pogingen van het Gentse stadsbestuur om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen worden aldus teniet gedaan met één pennetrek door een nauwelijks bekend bestuursniveau dat nauwelijks iets met het project te maken heeft gehad. Een streep door het democratische proces.
Steeds meer realiteit
Voor veel grote stadsprojecten verschuift de bevoegdheid voor het toekennen van dit soort omgevingsvergunningen naar de provinciebesturen. Dit Gentse verhaal dreigt nu overal realiteit te worden.
Zo verplaatst de besluitvorming voor grote stadsprojecten zich naar een veel minder goed controleerbaar niveau en kan het gelobby nog veel vrijer zijn gang gaan. Politiek dood, die provincie, maar lobbygewijs dan weer erg levend. Wie finaal nog verantwoordelijk is voor wat, weet dan niemand meer.