Provinciale participatie in Gents havenbedrijf ‘on hold’ door financiële onzekerheid n.a.v. het centralisatieproject in de Leopoldskazerne

De provincie engageerde zich om als aandeelhouder toe te treden tot het Havenbedrijf Gent en voor minimaal 20 miljoen euro te participeren. Deze participatie is noodzakelijk voor de financiering van de bouw van de Zeesluis Terneuzen. Omdat de verkoop van het PAC Zuid mogelijk minder zal opleveren dan initieel geraamd en omdat de centralisatie in de Leopoldskazerne meer zal kosten dan aanvankelijk geraamd kan de provincie zijn engagement (voorlopig) niet nakomen. ‘Ik hoop dat er snel duidelijkheid komt over de participatie en dat de provincie zijn engagement nakomt’, stelt provincieraadslid Isabelle De Clercq. De vraag van Isabelle en het antwoord van de gedeputeerde kunt u hier bekijken. 

Het Havenbedrijf Gent heeft een akkoord gesloten om 15% van de Vlaamse financiële bijdrage voor de bouw van de Zeesluis Terneuzen voor zijn rekening te nemen. Het spreekt voor zich dat dit een zware investering is want het gaat volgens de raming over een bedrag van 118 miljoen euro. Om dit te kunnen financieren rekent het Havenbedrijf op een substantiële inbreng van de provincie Oost-Vlaanderen. De provincie engageerde zich dan ook om minimaal 20 miljoen euro kapitaal in te brengen. Ook de N-VA fractie onderschrijft het belang van de uitbouw van de Gentse Haven voor onze streekeconomie en de werkgelegenheid.

Op 27 mei 2013 tekenden de verschillende partners, nl. de stad Gent, de provincie Oost-Vlaanderen en de gemeenten Evergem en Zelzate een intentieverklaring waarbij de afspraak gemaakt werd om – eens het Havenbedrijf omgevormd was tot een NV van publiek recht – toe te treden als aandeelhouder van deze NV. Deze participatie staat in het teken van de geplande bouw van de Zeesluis in Terneuzen. De verschillende partijen hebben ook afspraken gemaakt met het Havenbedrijf.

In een brief van 16 juni jl. van de provincie aan het Havenbedrijf Gent vroeg de bevoegde gedeputeerde evenwel om de algemene vergadering (waarin de participatie zou bekrachtigd worden) uit te stellen omdat de deputatie op dat moment nog over onvoldoende concrete elementen beschikte om de minkost van de centralisatie in de Leopoldskazerne te kunnen inschatten. De gedeputeerde verklaarde zich wel bereid om op korte termijn voor een bedrag van 13 miljoen te participeren. ‘Het is frappant dat de provincie zijn engagement ‘on hold’ moet zetten om het dure centralisatieproject in de Leopoldsite te kunnen financieren’, besluit Isabelle.