Vlaams volksvertegenwoordiger Matthias Diependaele ziet hoe provincie in gebreke blijft

Op 15 april 2015

In 2009 stelde de Vlaamse Regering een duidelijk kader en een methodiek op waarmee de provincies eindelijk een definitieve oplossing konden bieden voor het aanslepende probleem van de permanente bewoning van weekendverblijven. Uit het antwoord van minister Schauvliege op een schriftelijke vraag van Matthias Diependaele blijkt nu dat het getalm van vooral –maar niet alleen- de provincie Oost-Vlaanderen de rechtsonzekerheid voor de bewoners in stand houdt.

Het dossier van de weekendverblijven in Vlaanderen sleept al meer dan 15 jaar aan. In september 2009 trad het aangepaste decreet Ruimtelijke Ordening in werking. Dit decreet voorzag in een specifiek hoofdstuk om de problematiek aan te pakken. De provincies werden daarbij aangeduid als het meest geschikte bestuursniveau om een planologisch oplossingskader uit te werken. De meeste provincies hebben hiertoe de nodige stappen gezet. 

Voor sommige situaties zal dergelijke oplossing door middel van de nodige ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) echter niet tijdig klaar zijn. De termijn verstrijkt immers op 30 april 2015. Uit het antwoord van de minister blijkt dat het gaat om plannen in Stekene, Lede en Zwalm. Ook Provinciale Ruimtelijke Uitvoeringsplannen in Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Aalst, Berlare, Wachtebeke, e.a. zullen de deadline niet halen. 

Matthias Diependaele (N-VA fractieleider in het Vlaams Parlementslid): “We vernamen dat de provincie Oost-Vlaanderen uitstel vroeg aan de minister. Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag blijkt niet dat de minister daar zou op ingaan. De verantwoordelijkheid ligt dan ook in de eerste plaats bij de provincie zelf: om één of andere reden heeft men het Provinciaal RUP voor twee zones laten liggen, waardoor de termijn voor definitieve vaststelling van het RUP verstreken is en de procedure volledig moest herbegonnen worden. Het betreft Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1 en Reconversie zones voor verblijfsrecreatie fase 1 te Aalst, Berlare, Haaltert, Sint-Niklaas, Lede en Stekene. Nochtans heeft de N-VA-fractie in de Oost-Vlaamse provincieraad hier bij monde van Johan Van Duyse herhaaldelijk voor gewaarschuwd. In West-Vlaanderen moet een deel van het werk worden overgedaan omwille van de vernietiging door de Raad van State. Ook in Antwerpen is het werk nog niet rond.”

De betrokken bewoners zullen daardoor nog langer moeten wachten op zekerheid. In sommige gevallen zelfs tot 2018. Er heerst bovendien juridische onduidelijkheid over de gevolgen van het niet halen van de deadline. Het is niet duidelijk of de provincie na het verstrijken van de deadline nog rechtsgeldige PRUP’s m.b.t. permanent bewoonde weekendverblijven kan vaststellen. Maar dat is nog niet het enige probleem. Ook het bijkomend woonaanbod dat ontstaat door de invoering van een zone waar permanent verblijf is toegelaten zal moeten worden meegerekend in de gemeentelijke ‘woonquota’.  Gemeenten kunnen immers maar extra woongebied creëren indien zij een woonbehoefte kunnen aantonen. Het is maar de vraag of de gemeenten dit kunnen. En als het al kan, zal dit ten koste gaan van andere plannen inzake woonuitbreiding.

Daarenboven zal via geen enkel plan nog een verlenging van het woonrecht tot 31 december 2039 kunnen voorzien worden.

Diependaele: “Het is bijzonder jammer dat de provincie hier de kans heeft laten liggen om eindelijk komaf te maken met de onzekerheid van de betrokken bewoners.”

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is