PRUP reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 definitief vastgesteld door de provincieraad

De provincieraad heeft op 29 april 2015 het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Berlare fase 2 definitief vastgesteld. Met dit plan wordt een oplossing gecreëerd voor de onzekere situatie van de bewoners van de weekendverblijven. Na de voorlopige vaststelling werd het plan via het openbaar onderzoek aan de bevolking voorgelegd. Tijdens het openbaar onderzoek, dat liep van 10 november 2014 tot 8 januari 2015, werden verschillende bezwaren en opmerkingen ingediend bij de PROCORO (provinciale commissie voor ruimtelijke ordening). Op basis van deze bezwaren en opmerkingen zijn er een aantal wijzigingen aangebracht t.o.v. het plan dat voorlopig vastgesteld is tijdens de provincieraad van 8 oktober 2014. 

De N-VA provincieraadsfractie heeft dit PRUP goedgekeurd en is tevreden dat er rechtszekerheid komt voor de bewoners. Johan Van Duyse verwoordde het standpunt van de N-VA fractie: ‘Dit is een sociale maatregel die een einde maakt aan de jarenlange onzekerheid van de bewoners’. De huidige zone voor verblijfsrecreatie wordt via het PRUP immers omgezet naar twee van elkaar te onderscheiden zones: een zone voor recreatief woongebied en een zone voor openluchtrecreatieve terreinen. In het recreatief woongebied is permanente bewoning toegelaten maar is het verboden om caravans, tenten, woonwagens, mobilhomes, enz. als eengezinswoning of openluchtrecreatief verblijf te gebruiken. 

Op advies van de PROCORO zijn de stedenbouwkundige voorschriften bijgestuurd. In de initiële plannen voor het recreatief woongebied stond dat het hoofdgebouw niet groter dan 60 m² mocht zijn. Volgens de huidige voorschriften mag het hoofdgebouw een maximale oppervlakte van 80 m² hebben (inclusief het eventuele bijgebouw). Ook in stedenbouwkundige voorschriften voor de zone voor openluchtrecreatieve terreinen, waar permanente bewoning niet toegelaten is, wordt een aanpassing doorgevoerd. Campingbedrijven met een domein van minstens 4 ha krijgen de toelating om vaste constructies te voorzien op hun domein. Ongeveer de helft van de campinguitbaters voldoet aan deze voorwaarde.