Glastuinbouw Melsele, Quo vadis?

Het project van de Glastuinbouw in Melsele is terug naar af. Op 26 juni 2013 schorste de Raad van State het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP). Daarbovenop heeft de gemeenteraad van Beveren aangegeven dat het plan grondig moet worden herbekeken. Matthijs Pietrala, provincieraadslid N-VA, vroeg aan de deputatie hoe het nu verder moet met dit dossier?

Het stond in de sterren geschreven

Op de provincieraad van 19 juni 2013 gaven we reeds aan dat een nakende schorsing door de Raad van State in de sterren geschreven stond. Het negatieve advies van de auditeur sprak, in tegenstelling tot wat de deputatie beweerde, immers boekdelen.

In haar arrest geeft de Raad van State aan dat de provincie haar huiswerk niet goed heeft gemaakt. De impact van het project op het waterpeil in de ringgracht rond het Fort van Zwijndrecht werd onvoldoende onderzocht. Het risico bestaat dat bij een daling van het waterpeil de gedumpte munitie in de ringgracht onstabiel wordt, waardoor een gevaarlijke situatie ontstaat.

Draagvlak is cruciaal

De deputatie kondigde echter aan dat de plannen worden verdergezet. Men wacht nu op de definitieve uitspraak van de Raad van State. De procedure zou hoogstens wat vertraging opleveren.

Voor de N-VA is het echter fundamenteler. In de gemeente Beveren groeit de kritiek op de plannen. De gemeenteraad van Beveren gaf naar aanleiding van de schorsing unaniem aan het dossier van de glastuinbouwzone te zullen herbekijken. In het bestuursakkoord van de stad staat immers dat de nieuwe bestuursploeg het ‘glastuinbouwproject van de provincie opnieuw wil bespreken en herevalueren. Momenteel ontbreekt bij de bevolking het draagvlak hiervoor’.

'Dat is een belangrijke wending. De steun vanuit de stad Beveren is immers cruciaal om de plannen verder te zetten’, aldus Matthijs Pietrala. ‘Het heeft weinig zin om het PRUP simpelweg aan te passen. De waterstudie zal het draagvlak niet vergroten. De deputatie moet beseffen dat het project op zijn einde is gelopen nu ook de gemeente Beveren zijn steun herbekijkt.’